Print zonder afbeeldingen Print zonder afbeeldingen | Print met afbeeldingen

Go Trabi Go! De Athlon Tour of the Century

Go Trabi Go! De Athlon Tour of the Century

Onze Museum-Trabant reed op 16 en 17 september 2016 mee in een bijzondere tour voor oldtimers: de Athlon Tour of the Century. De Trabi wist temidden van de grote merken toch de show te stelen.
Dennis Drenthe doet verslag. Fotografie: Dick Groen, Robbert Moree, Dennis Drenthe.

Enige maanden terug zag ik een oproep van leasemaatschappij Athlon. Ze zochten auto’s van 1916 tot en met 2016, van ieder jaar één. Ze wilden ze hun 100-jarig bestaan gaan vieren met een toertocht van 100 kilometer met 100 auto’s. Via hun website kon je je aanmelden en stemmen gaan vergaren, maar dat was nog niet voldoende om door de strenge jury te worden uitgekozen. Ze wilden het liefst niet meerdere auto’s van hetzelfde merk en de selectie moest een fraaie afspiegeling worden van allerlei soorten auto’s. Klein, groot. Luxe of spartaans. Sportief en burgerlijk. Het klonk als een mooi evenement om aan deel te nemen, dus ik besloot om de Trabant aan te melden. Het is tenslotte een auto uit het bevlogen jaar 1989. Ik zou niet weten welke auto dáár beter bij hoort dan deze Trabant, die anderhalve week voor de Val van de Muur werd gebouwd.

Via wat geronsel via Facebook en een paar autoforums schoot het aantal stemmen voor de Trabant omhoog. Een fraaie Porsche 928, die tot dan toe eerste lag, werd ver voorbij gestreefd. Dus de voorpret was al begonnen. Dat twee Octane-collega’s in de jury zaten hielp wellicht ook, maar men vond het vooral een mooie gedachte dat deze Trabant 1989 zou vertegenwoordigen vanwege de symboliek en historie. Dus op 17 september kon de Trabant in het Pop-Up museum geplaatst worden, te midden van andere auto’s uit dezelfde periode. Denk aan een Renault 25 en een Volvo 780 Bertone. De Trabant leek daardoor een stukje ouder dan ‘ie werkelijk is. En bovenal ook erg klein!

Werkspoorkathedraal als pop-up museum
Als locatie had Athlon de fotogenieke Werkspoorkathedraal gekozen in Utrecht. Een prachtig groot industrieel pand, dat op een praktische verbouwing na, jaren van intensief gebruik uitstraalt. Ik noem dat patina, net zoals de Trabant heeft. Bezoekers keken hun ogen uit en de organisatie kreeg voordat de toerrit begon al voldoende lof voor dit schitterende evenement. Nog niet alle auto’s waren op deze kijkdag aanwezig, maar wel was het mooi om te zien dat de Trabant werd afgeladen tussen andere museumstukken. Het Vauxhall museum was aanwezig, het DAF Museum laadde een viertal auto’s van een vrachtwagen en de Trabant stond naast een trailer van het Ford Museum. Toen iemand de grap maakte uit welk museum deze Oost-Duitse auto kwam, kon ik serieus antwoorden: Het DDR-Museum! Overigens had ik ook gewoon kunnen rijden, maar qua logististiek was het vervoer per oprijwagen handiger.

Hipsters, drivers hats en een jasje van de kringloop
Zondag voegde mijn navigator Geert Kistemaker zich toe aan dit bonte gezelschap. Veel deelnemers waren uitgedost in kledij uit dezelfde periode als hun auto. Wij hadden ervoor gekozen om er als hipsters uit Berlijn bij te lopen. Een vintage riem die ik ooit kocht uit Berijn pastte perfect bij een jasje van de kringloop en een zogenaamde drivers hat, die ooit nieuw in Berlijn geleverd was. Een pilotenbril, baard en vintage schoenen maakten het af. Een DDR-kostuum had natuurlijk ook gekund. Of een felgekleurd trainingspak. Maar we kwamen hier om te rijden.

De rit ging vanuit Utrecht via Breukelen en Loosdrecht naar het vliegveld Hilversum. Daar kreeg een groep teckels net les in gehoorzaamheid. Iets dat niet helemaal lukte met 100 auto’s waarvan de meesten genoeg herrie maakten om boven het gekef uit te komen. Hoe zat het eigenlijk met huisdieren in de DDR, vroeg ik mij ter plekke af. Daar weet ik nog niets vanaf. Wel weet ik dat de auto’s in de DDR vaak als onderdeel van het gezin werden gezien en zelfs een naam kregen.

Sympatieke auto
Auto’s geef ik vrijwel nooit een koosnaam, maar ik ben na de eerste kilometers wel al meer gehecht aan de auto. Hij loopt als een zonnetje en hij brengt gedurende de hele rit een glimlach op mijn gezicht. Echte rijbeleving zit niet in pure snelheid, maar in het gevoel dat je hebt achter het stuur. In de Trabant voelt alles heel direct aan en je bent niet of nauwelijks in staat om met je gedachten weg te dromen. Autorijden in dit soort auto’s brengt je makkelijk terug in het hier en nu. Af en toe neemt de (n)ostalgie het over en waan je je wat meer in het verleden. Ik kan weinig minpunten ontdekken aan een auto als deze. Ook reageren medeweggebruikers sympathiek en krijgt de Trabant overal waar hij staat flink wat aandacht. Aan een praatje nooit gebrek.

Alleen al daarom zou je altijd een soortgelijke auto moeten bezitten, want je ontmoet al snel een hoop nieuwe vrienden. Veiligheid is natuurlijk altijd een ding, maar meer comfort heb je eigenlijk niet eens echt nodig. Ik kan mij dan ook goed voorstellen dat men achter het IJzeren Gordijn veelal een stukje vrijheid en geluk heeft ervaren door met de auto op pad te gaan.

Angst en de beruchte Elandproef
Als wij vertrekken richting de Special Stage bij Pon in Leusden worden we door een grote meute uitgezwaaid. De vooroorlogse auto’s zijn dan al heel lang weg, maar men blijft onverminderd enthousiast. We vliegen de Utrechtse Heuvelrug over en laten tijdens de snelheidsproef zien dat je prima op 3 wielen de bocht door kunt. Dit tot grote schrik van mijn navigator Geert. Na afloop heb ik het even opgezocht, maar in 1997 werd proefondervindelijk vastgesteld dat de Trabant met vlag en wimpel slaagde voor de Elandproef. Volgende keer kunnen we nog een tikkeltje sneller!

Foodtrucks en Memory Lane
Na het tweede deel van de rit, en de nodige versnaperingen bij gave oude Foodtrucks, belandden we op het strand van de Harrijnse Plas. De auto’s werden op volgorde van leeftijd neergezet voor Memory Lane, een optocht voor het publiek alwaar men honderd jaar autogeschiedenis aan zich voorbij kon zien trekken. Bij iedere auto werd een kort verhaal verteld. Onder luid applaus vertrok de stoet richting het eindpunt in de Werkspoorkathedraal.

Het eind was in letterlijk zicht toen de Trabant steeds meer begon te sputteren. Het ging hem allemaal te langzaam en 10 meter voor de finish verzoop ‘ie. De bougies sloegen vet en starten was even niet meer mogelijk. De equipes achter ons sprongen uit hun auto’s om ons over de finish te duwen. Kameraadschap ten voeten uit. Ik zei toch dat we vrienden maakten!? Een kwartier later sloeg de afgekoelde, luchtgekoelde tweecilinder gewoon weer aan. Zoals altijd. Als een ware trailer queen bracht ik haar terug naar Monnickendam. Zo gaat dat met museumstukken.

Noot:
Volg de eerste Trabant van het DDR Museum ook via www.facebook.com/trabant1989