Print zonder afbeeldingen Print zonder afbeeldingen | Print met afbeeldingen

DE DDR LEEFT VOORT IN MONNICKENDAM.
PRIVÉMUSEUM TOONT DAGELIJKS LEVEN IN DE DDR

Insinger de Beaufort kwartaalblad, april 2008

Wieneke De Bruin

“Voor onze museumcollectie zou ik nog wel een pot Spreewald Gurken willen hebben, maar dan wel de echte. Niet de namaak die nu weer in de supermarkten verkrijgbaar is,” zegt Thea Grijsen, die samen met haar man Friso de Zeeuw het enige Nederlandse DDR-museum heeft. De collectie in het privé-museum in het Noord-Hollandse Monnickendam is veelzijdig: van oude douanepetten, stasi-documenten en oude fotocamera’s tot een tiental Ruhla-wekkertjes compleet met “Made in GDR”-logo.

De Zeeuw raakte besmet met het “DDR-virus” toen hij in 1985 voor de eerste keer naar West-Berlijn ging om daar met vakgenoten te spreken over het opzetten van stadsdeelraden. De Zeeuw, toen nog werkzaam bij de gemeente Amsterdam, inmiddels directeur van Rabo Bouwfonds en hoogleraar aan de TU Delft, sprak met Duitse collega’s die al stappen verder waren met het inrichten van deelgemeenten. “Ze gingen toen ook een dagje naar Oost-Berlijn”, herinnert Grijsen zich. “En dat fascineerde mijn man heel erg. Hoewel je je dat nu nauwelijks nog kunt voorstellen, liep er toen dwars door Berlijn nog een muur. Friso was erg onder de indruk van de stad waarin de koude oorlog duidelijk voelbaar was. Voordat hij Oost-Berlijn in mocht, werd hij heel streng gecontroleerd. Het hele straatbeeld had, onder meer door de talrijke Trabantjes, iets ouderwets en exotisch..”

Meerdere keren per jaar naar Berlijn
Vanaf die tijd gingen De Zeeuw en Grijsen ieder jaar minstens drie tot vier keer per jaar naar Berlijn. Ze bezitten er inmiddels een eigen appartement in het centrum van het oude Oost-Berlijn. Hoewel de fascinatie voor de DDR was geboren, liet een echt museum nog een aantal jaren op zich wachten. “De eerste verzamelobjecten hebben we in december 1989, vlak na de val van de Muur, gekocht bij de Brandenburger Tor. Het waren een pet van de Grenzpolizei en een paar medailles. Mijn man is zo met het verzamelen begonnen”, vertelt Grijsen. “Als we in Berlijn waren, struinden we altijd marktjes en winkeltjes af en langzamerhand raakte ik toen ook gefascineerd door de DDR en begon zelf met het verzamelen van spulletjes. Over het algemeen richt mijn man zich meer op politieke objecten en verzamel ik meer gebruiksvoorwerpen.” Dat is in de verzameling ook goed zichtbaar: de uitrusting van een douanebeambte (inclusief stempels, stapeltjes verschillende soorten visa, een infrarood lamp, een boekje met bijzondere persoonlijke kenmerken en een boek met voorbeelden van paspoortvervalsingen) staan gebroederlijk naast vitrines met kunststof thermosflessen, DDR-toiletpapier en Karo-sigaretten.

Opening museum in 2000
De verzamelwoede nam op den duur zulke grote vormen aan dat het echtpaar besloot om groter te gaan wonen. “Mijn man overwoog om een museum in te richten”, vervolgt Grijsen. “Maar daarvoor was in ons oude huis geen plaats meer. Daarom besloten we te verhuizen naar deze woning.” In 1999 werd er verhuisd en in september 2000 opende het 21m² grote museum zijn deuren onder toeziend oog van de burgemeester van de gemeente Waterland, waar Monnickendam onder valt. De stroom bezoekers van het museum, dat overigens uitsluitend op afspraak te bezichtigen is, wisselt sterk. Grijsen: “Films als Goodbye Lenin en Das Leben der Anderen zorgen voor een toename van het aantal bezoekers. Regelmatig krijgen we ook hele schoolklassen op bezoek, die komen overigens voor het grootste gedeelte wel uit de regio. Maar bezoekers komen uit heel Nederland en zelfs uit België. Eerlijk gezegd hadden we zo’n continue stroom aan belangstelling niet verwacht.” Duitse bezoekers heeft het museum daarentegen minder; die komen vooral mee met Nederlandse familie en vrienden. Aangemoedigd door de aanhoudende belangstelling besloot Friso de Zeeuw er een boek aan te wijden. Onlangs verscheen van zijn hand ‘’Fascinatie DDR’’ waarin hij dieper ingaat op allerlei aspecten van de DDR maatschappij en dat uiteraard rijk met foto s van museumvoorwerpen is geïllustreerd.

Schenkingen
“Wij zijn al een paar keer op de Duitse tv geweest en hebben in Duitse kranten gestaan, waaronder Berlijnse dagbladen de Berliner Kurier en de Berliner Zeitung . Naar aanleiding van dit soort publiciteit nemen mensen dan weer contact met ons op om te vragen of wij interesse hebben in spullen die zij in de loop der tijd hebben verzameld”, vertelt Grijsen. “Zo hebben wij contact met een oudere Duitser die in de DDR-tijd veel verzameld heeft. Hoewel hij er op e-bay veel geld voor zou hebben gekregen, heeft hij zijn verzameling aan ons geschonken, omdat hij wilde dat zijn verzameling bij elkaar zou blijven. Voor onze eigen collectie is dat ook belangrijk. Wij hebben de collectie ondergebracht in een aparte Stichting en op den duur willen wij de hele collectie een plek geven in een groter, professioneel museum, bijvoorbeeld het Museum van de Twintigste Eeuw, zodat onze verzameling zich verder kan ontwikkelen.”.

Servies van Palast der Republik
De collectie, die een goed beeld geeft van het dagelijks leven in de DDR, is ondergebracht in de voormalige garage die onherkenbaar is verbouwd tot een volwaardig museum. Twaalf grote vitrinekasten staan vol met typische DDR-spullen waarbij, net als in grotere musea, kaartjes met een toelichting staan. “Op zolder staan nog drie keer zoveel spullen”, vertelt Grijsen. “Dat kunnen we hier allemaal niet meer kwijt, maar de pronkstukken staan natuurlijk hier uitgestald.” De collectie wisselt niet. “Dat zouden we dan alleen voor onszelf doen, want de meeste bezoekers komen hier maar één keer,” zegt Grijsen. Een van de pronkstukken van de collectie vormt voor haar het servies dat afkomstig is uit het Palast der Republik, het gebouw waarin het parlement van de DDR zetelde. Het witte porselein is versierd met de gouden krulletters ‘PdR’. “Misschien heeft Honecker nog uit een van deze kopjes gedronken,” filosofeert Grijsen. “Maar ook heel zeldzaam zijn de Brigadebücher, dat zijn boeken waarin arbeiders de dagelijkse successen en tegenslagen binnen een fabriek noteerden. Die kosten tegenwoordig wel een paar honderd euro.”

Eten en drinken
Een bijzonder onderdeel van de collectie vormt daarnaast de vitrinekast met etenswaren en drinken. Onderin de kast staan glazen potten met spruitjes, rode kool en zuurkool. “Dat zijn typische DDR-producten”, legt Grijsen uit. “Net als de Spreewald Gurken, ook zo’n typisch DDR-product.” Het overweldigende succes van de film Sonnenallee, over een aantal jongeren in de DDR, vormde eind jaren negentig het begin van de zogenoemde ‘Ostalgie’, de beweging die heimwee naar het Oosten tot uitdrukking brengt. Een aantal jaren geleden openden enkele supermarkten met uitsluitend DDR-producten hun deuren en deze zijn sindsdien een groot succes. “Maar de producten die ze daar verkopen tellen natuurlijk niet mee voor onze verzameling,” lacht Grijsen.