Print zonder afbeeldingen Print zonder afbeeldingen | Print met afbeeldingen

BORDKARTONNEN DDR-REALITEIT

Parool, 4 september 2000
Hanneloes Pen

Het heeft al een term: ostalgie. Friso de Zeeuw, oud-PvdA-gedeputeerde van Noord-Holland, viel eraan ten prooi. Zaterdag is in Monnickendam zijn DDR-museum geopend. In de vitrines staat zijn bonte verzameling van oude documenten en voorwerpen uit Oost-Duitsland.

Op de foto tussen twee vitrinekasten in is voormalig DDR-leider/stalinist Walter Ulbricht, initiator van de Muur, weggedoken in een boek. Een ongebruikelijk beeld, vindt De Zeeuw. “De man was zo ongeletterd, als wat. Ik kreeg deze foto van een voormalig Oost-Duitse cabaretier, na afloop van een voorstelling in Leipzig waarin het gezelschap het leven in de DDR aan de kaak stelde. Hij vond dat die foto een plek in mijn museum verdiende. Ik heb de kiek dankbaar meegenomen.” Ook een oude DDR-telefooncel is hem al aangeboden. Om niet te spreken van de grote aantallen Trabanten, de pruttelende tweetakters die DDR-burgers vroeger met een beetje geluk konden aanschaffen. Hij zou er wel een garage mee kunnen beginnen. Maar de voormalige Noord-Hollandse PvdA-gedeputeerde Friso de Zeeuw, nu directeur Bouwfonds, wil ze niet. Hij heeft er geen plek voor in zijn ‘boerderette’, waar sinds zaterdag het eerste DDR-museum van Nederland is gevestigd. De Zeeuw houdt het voorlopig op de kleinere voorwerpen: een oude douanedoos, petten, een blauw uniform van de Freie Deutsche Jugend, serviesgoed, fototoestellen, een scheerapparaat, speelgoed, foto’s of documenten. “Ik heb er bij het kopen van dit huis al op gelet of er een museum in kon komen”.

Verzamelwoede
De museumstukken zijn de opbrengst van vijftien jaar verzamelwoede..
Hij ging in 1985 voor Amsterdam als ambtenaar naar West-Berlijn om de deelbesturen te bestuderen en deed ook nog even Oost-Berlijn aan. “Dat bezoek maakte een enorme indruk,” zegt De Zeeuw. “Die enorme bordkartonnen werkelijkheid, de absurditeit van het regime, de Stasi en de wens het leven tot in de detail te beheersen. Het fascineerde mij. En dan de mensen die daarin nog een redelijk leven wisten te leiden. De DDR-maatschappij, die nota bene om de hoek van de deur lag, wil ik hier graag laten zien”

Tijdens dat eerste bezoek aan Oost-Berlijn nam hij al een stapel boeken mee, op de kop getikt in een boekwinkel. In 1989, vlak na de val van de Muur, keerde hij er terug. Met een bijl om wat stukken muur te bemachtigen. Die stukken steen liggen nu ook in zijn museum met een foto erbij, om aan te tonen dat ze echt zijn. “Er staan hier authentieke spullen van vóór de val van de Muur. Geen nagemaakte prullaria.” De Zeeuw brengt dit jaar drie tot vier maal per jaar een bezoek aan Duitsland om zijn collecte aan te vullen. Hij heeft zelfs een appartement in Berlijn gekocht. Hij struint winkeltjes in achterafstraten en markten af. Vaak wordt iets hem toegeschoven of duikt hij bij toeval iets op. Aan elk museumstuk is wel een verhaal verbonden. Zo heeft hij een oude oorkonde uit een afvalcontainer gevist. De oorkonde is aan een bontwinkel uitgeloofd wegens een etalagewedstrijd. Een foto van de etalage staat ernaast.

Eén keer heeft De Zeeuw iets verdonkeremaand “Ik was op een politiebureau in Belgrado en zag een oud DDR-vlaggetje staan tussen de andere vlaggen van landen van het Warschaupact. Ik kon het niet laten. Maar het is wel mijn enige heidendom.” In de glazen vitrines liggen ook twee poststukken met het stempel ‘zurück’ (terug naar afzender). De DDR-posterijen wilden ze niet bezorgen omdat het West-Duitse poststempel ‘Unteilbares Deutschland’ hun niet beviel. In een andere kast ligt een horloge in cassette, dat iemand na dertig jaar dienstverband bij het ministerie van Binnenlandse Zaken cadeau kreeg. Zijn laatste aanwinst is een halve meter hoog standbeeld van Karl Marx. Jarenlang stond het op het achterbalkon van een oud-bestuurslid van de CPN. Het beeld was in 1987 door DDR-leider Erich Honecker tijdens een bezoek aan de zusterpartij overhandigd.

Benauwde gedachte
Het is een uit de hand gelopen hobby, zegt De Zeeuw. “In het begin hing ik de posters aan de muur, zette een mooi voorwerp op mijn bureau en de boeken uit de DDR in mijn kast. Maar de verzameling groeide. Ik kreeg ineens de benauwende gedachte dat ze na mijn dood bij het vuil zou worden gezet. Zo ontstond het idee voor een museum.” Het staat inmiddels al aardig vol. Toch heeft De Zeeuw nog een wensenlijstje. Zo zou hij graag wat meer oude producten uit de DDR willen hebben, zoals de Sekt Rotkäppchen, een bierflesje of andere spullen die zo herkenbaar waren door het speciale DDR-design. Maar ook zoekt hij nog naar ego-documenten en een authentiek Stasi-documenten.

De belangstelling voor het museum is nu al groot. Veel mensen beloven wat mee te nemen voor De Zeeuw. “Onlangs belde een man die twee jaar in een Oost-Duitse gevangenis had gezeten. Hij komt binnenkort met documenten aanzetten. Ik kreeg onlangs van een Oost -Duitser een embleem van de evangelische pacifistische jeugdbeweging. Het embleem werd tijdens het regime snel verboden.” Ook voormalige bewoners van de DDR komen op zijn museum af. “Mensen van Oost-Duitse origine. Een vrouw van rond de dertig stoof meteen op de drinkbekers met stippen af. De vormgeving van de DDR roept gevoelens van nostalgie op. Ik kan me die ostalgie party’s in Duitsland ook wel voorstellen. Het is net zoiets als de jaren-zeventigfeesten in Nederland.”