Print zonder afbeeldingen Print zonder afbeeldingen | Print met afbeeldingen

Thea de Zeeuw-Grijsen: „De Brigadebücher geven een heel goed beeld van het alledaagse leven in de DDR”

Terdege, christelijk magazine, mei 2008

Huib de Vries

Al voor de val van de muur was Friso de Zeeuw gefascineerd door de DDR. Na de val werd de fascinatie een manie. Met zijn vrouw verzamelde hij alles wat kenmerkend was voor het communistische land. Inmiddels zijn ze de collectie aan het verfijnen. „Anders verdrink je op een gegeven moment in de spullen.”

Aan motivatie ontbreekt het Friso de Zeeuw niet, maar hij mist simpelweg de tijd om bezoekers van zijn museum te woord te staan. Zijn dubbelfunctie, directeur bij  Rabo Bouwfonds en praktijkhoogleraar gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit in Delft, slokt hem volledig op. Hij loste het probleem op door het werk aan huis in Monnickendam over te dragen aan zijn echtgenote.
Het particuliere DDR-museum is ondergebracht in de voormalige garage van de vrijstaande woning aan de rand van Monnickendam. Er is met de ruimte gewoekerd, want de voorraad is groot, het aantal vierkante meters beperkt. Een deel van de collectie ligt opgeslagen op de zolder boven de garage, bereikbaar via een vlizotrap.
Aanvankelijk volgde Thea de Zeeuw de nieuwe hobby van haar man met enige scepsis. „Hij is altijd aan het verzamelen, dus ik dacht eerst: Dit zal ook wel weer overgaan, maar dat was deze keer niet het geval. Hij wilde een museum oprichten. Daarom hebben we dit huis gekocht. De garage gaf de doorslag.”
De belangstelling is groot. „Maandag krijg ik weer twee klassen van een vwo uit Hoorn, daarna de vice-president van een bank met allerlei connecties en de Rotary. Jaarlijks ontvangen we honderden bezoekers. Ze kunnen vrij rondkijken en als ze wat willen weten, vertel ik het.”

Verzamelen
Elders staan een verzameling boeken, een paar fietsen en een motor uit de DDR opgeslagen. „We kunnen het museum minstens drie keer zo groot maken. Als het aan m’n man ligt, was ik m’n kamer kwijt en hadden we achter al uitgebouwd, maar dat gebeurt dus niet. Het is een keer mooi geweest.”
In 1985 was De Zeeuw voor het eerst in Oost-Berlijn, waar hij werd gegrepen door de bizarre, deprimerende sfeer in de communistische heilstaat. Echtgenote Thea, die een volgende reis mee ging, verging het niet anders. „Na het passeren van de grens, een beangstigende ervaring, was het straatbeeld ineens heel anders. Uitgestorven straten waar die kenmerkende bruinkoolgeur hing. Mensen die in rijen voor schamele winkels stonden, ronkende Trabantjes.”
Het echtpaar nam wat gebruiksvoorwerpen en souvenirs uit de DDR mee, maar het grote verzamelen begon pas na de val van de muur. „Eerst gingen we één keer per jaar naar Berlijn, al snel verschillende keren, in ’91 hebben we een appartement in het centrum van de stad gekocht. Na de val van de muur was in winkeltjes en op  kleine markten rond de Brandenburger Tor van alles te koop. M’n man was vooral geïnteresseerd in alles wat met het politieke verleden van de DDR te maken heeft. Ik richtte me meer op de gebruiksvoorwerpen. Inmiddels krijgen we ook regelmatig dingen aangeboden, maar het meeste van wat hier staat hebben we zelf gekocht.”

Vitrines
De oogst kreeg een plaats in dertien vitrines in de garage. Horloges voor dertig jaar trouwe dienst bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, visa, medailles, partijspeldjes, serviesgoed, consumentenartikelen, boeken, lp’s, glazen conservenpotten met Rotkohl, Sauerkraut en Rosenkohl, camera’s van de merken Reflekta, Werra, Exacta en Beirette. „In fijnmechanica waren ze heel goed.”
Een van de pronkstukken is het koffertje van een DDR douanier, compleet met stempels, verschillende soorten visa, een infrarood lamp, een boekje met bijzondere persoonlijke kenmerken en een boek met voorbeelden van paspoortvervalsingen. „Daar hebben we destijds 1200 DMark voor betaald.”
Een voormalige jachtmeester van Erich Honecker, die een bezoek bracht aan Monnickendam, schonk het museum een zakmes dat Honecker uitdeelde onder gasten van zijn jachtpartijen. Een bijzondere band heeft Thea de Zeeuw met het Oostduitse porselein  dat werd gebruikt in het Palast der Republik, het inmiddels afgebroken multifunctionele gebouw waar onder meer het Oostduitse nep-parlement  resideerde. „Eén zo’n kopje kost zestig euro. Ook de Stasi-documenten zijn allemaal heel duur.”

Brigadeboeken
Onder de zogenaamde Brigadebücher is een exemplaar van de Brigade Rosa Luxemburg. „In die boeken hielden ze bij wat brigades van werknemers binnen bedrijven met elkaar deden: ‘Das Kapital’ lezen, contacten met Rusland onderhouden, samen naar de kegelbaan of een modeshow bezoeken, klussen doen. De Brigadebücher geven een heel goed beeld van het alledaagse leven in de DDR.”
Alles in de vitrines is keurig beschreven op geplastificeerde kaartjes. In een kleurrijke brochure gaf Friso de Zeeuw kort de historie van de DDR weer. Recent deed hij dat uitgebreid nog eens over in zijn boek ‘Fascinatie DDR’. Voor de illustraties kon hij in eigen museum terecht, dat unieke stukken bevat.
„In het begin wil je alles hebben”, verklaart zijn vrouw, „na verloop van tijd ga je de collectie verfijnen en zoek je alleen nog de bijzondere dingen. Anders verdrink je op een gegeven moment in de spullen.” Hoewel hij de visie van zijn echtgenote kent, ziet De Zeeuw een paar stukken toch nog graag aan het museum toegevoegd: catalogi van postorderbedrijven, persoonlijke documenten en foto‘s, representatieartikelen van bedrijven en organisaties en de eerder genoemde Brigadebücher.

Afspraak
Om de toekomst van de collectie veilig te stellen, bracht het echtpaar uit Monnickendam de verzameling onder in een stichting. „Bij voorkeur zien we dat alles een plek krijgt in een groter museum.  Dat hoeft nu nog niet, want dan moet m’n man te veel afkicken, maar op termijn zou het prettig zijn.”
Het particuliere museum is uitsluitend op afspraak te bezoeken. „Anders krijg je de mensen die in deze buurt een familiedag houden, het DDR-museum even mee pakken en vervolgens een paar uur in de tuin blijven zitten. Daar zitten we niet op te wachten. We willen uitsluitend geïnteresseerde mensen.”